Zeven Provinciëntocht – Column
- Geplaatst door Tom Stobbe
- Op 5 oktober 2009
Maar het bloed borrelt en bruist bij mij ook waar het eigenlijk niet gaan kan. Mijn ega moest de zaterdag vóór de slotrit naar Groningen. Gewoontegetrouw keek ik – in het vooruitzicht van een dag alleen – naar het weerbericht: zuidwest 6! En dus vertrokken we tegen acht uur ’s morgens naar het noorden, zij met de auto over de Afsluitdijk, ik met de fiets. Via Lelystad, om te voorkomen dat ik veel te vroeg in de noordelijkste provinciestad van Nederland staan.
Ondanks dat ik het laatste stukje dijk voor Lelystad bijna niet kon ademen van de tegenwind, voelde het zó lekker, en was ik zó vroeg aan de overkant, dat ik nog een koppie ging halen bij vrienden op de Veluwe. Dat betekende ook Dronten-Elburg tegen wind, maar die paar kilometers maakten niets me meer uit. Bovendien was de wind erg zuidelijk en had ik vanaf Zwolle grote zekerheid dat ik alleen nog maar rugwind had.
De route was simpel. Zwolle, Hasselt en vervolgens een broodje in Meppel. Dan zit je dus om één uur ’s middags al in Drenthe. Vanaf Meppel werd het een beetje saai. Leuk recht tegen wind langs het Smildekanaal, maar na Benedensmilde, Hoogsmilde, Bovensmilde en weet ik wat voor smildes allemaal meer besloot ik toch even linksaf te gaan richting…. jawel: Kobus ging naar Appelscha!
Daar deed ik de ontdekking van mijn leven: dat ligt in Friesland. Ik was dus vanaf Noord-Holland, Flevoland, Gelderland, Overijssel en Drenthe in Friesland terechtgekomen. Met Groningen in het vooruitschiet had ik dus zomaar een Zevenprovinciëntocht op een stormachtige zaterdag in oktober achter mijn wielen gelaten! Achteraf ook nog eens een oktoberrecord van 230 kilometer!
Dat smaakt naar meer. Nou moet mijn geliefde op vrijdag 30 oktober naar Zuid-Limburg. Als het dan ook stormt, maar dan uit het noordwesten, wat best zou kunnen, dan doe ik die afstand nog een keer. Uiteraard via Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant. Heb ik de elf provinciën uit mijn jeugd gehad. Zeeland zit er inderdaad niet bij, die is ingeruild voor Flevoland. Kniesoor die daar op let. Zo komt Jan Splinter door de winter zonder problemen thuis te krijgen.