Marino Lejarreta en de Vuelta – Column
- Geplaatst door Tom Stobbe
- Op 28 augustus 2010

Eén van mijn grootste wieleridolen was altijd Marino Lejarreta, in zijn laatste jaren knecht van Indurain. Sinds deze zomer mag ik met Rondes van Frankrijk, Italië en Spanje op mijn palmaris héél even een héél klein puntje in zijn machtige schaduw staan. Lejarreta behoort namelijk tot het selecte gezelschap van renners die in één jaar alle drie de Grote Rondes heeft uitgereden. Hij deed dat maar liefst viermaal (1987, 1989, 1990 en 1991), een record.
Bofkont toch maar, die Marino Lejarreta. Voor je goedverdiende boterham hele zomers lang door die uitgestrekte, prachtige en zonnige landen fietsen. Gelukkig kan ik je nu zeggen: op eigen kosten met vrienden zo’n enorme rit langs de hoogtepunten van de wielerhistorie fietsen is ook niet mis.
Het idee voor die drie grote rondes om het jaar ontstond in 2004. Mijn vriend Gerrit wilde dat met Le Champion wel organiseren, te beginnen in Frankrijk. Ik kon niet in 2004, want toen fietste ik naar Athene en eigenlijk had ik helemaal geen zin in dat stomme Frankrijk. Dat werd het wel in 2006 met de honderd colstocht. Op voorwaarde dat ik de route mocht bepalen voor onze Giro van 2008. Dat daar in 2010 de Vuelta achteraan kwam was natuurlijk logisch.
Die vrij onbekende Ronde van Spanje is achteraf een fantastische tocht geworden. Met schitterende landschappen, fantastische steden en onbeschrijflijk mooie berglandschappen. Hier wat hoogtepunten:
- – (letterlijk) De Pico Veleta (3400m) bij Granada. Hoogste befietsbare pas van Europa. Dat ‘befietsbaar’ moet je met een korreltje zout nemen, want de fiets moest wel over een sneeuwbank gesleept worden en op 3250 meter zijn we in het zicht van de top omgedraaid op het onbegaanbare keienpad. Maar een uitzicht, daar hoog boven de Spaanse hoogvlakte: fenomenaal! En lekker koel boven de hitte beneden.
- – (qua zwaarte) De Alto de Anglirú helemaal in het Noorden. Bijgenaamd ‘het monster van Asturië. 1800 meter hoog, maar kilometerslang hellingen rond de 20%. Eigenlijk niet te doen, maar ja…
- – (qua afstand) 3142 kilometer in een kleine drie weken. Zoals het hoort in een Grote Ronde.
- – (qua schoonheid) de stadsmuur van Avila, het aquaduct van Segovia, de kathedraal van Burgos, het klooster van El Escorial: je moet het gezien hebben en dan nog geloof je je ogen niet.
- – (qua landschap) je moet ervan houden: honderden kilometers olijfbomen en daarna honderden kilometers kurkeiken. Het berglandschap van Noord-Spanje; Asturië, Picos, is een ontdekking. Fantastisch fietsgebied. Veel wielrenners daar en géén toeristen. Niet verder vertellen.
Maar goed. Dat waren de drie grote rondes. En dan de hamvraag: wat nu? Ik had acht jaar fietsen vooruit gepland, maar voor 2012 en 2014 nog niks op het programma. Zelfs niet voor de oneven jaren daartussen. Ik ben nog veel te jong om in een caravan aan het Gardameer te zitten. Ideeën welkom. Voor de even jaren: minstens drie weken en 3000 kilometer en mooie lijnen op de kaart, voor de oneven jaren: een loodzware ééndagsrit waar je je maanden op moet voorbereiden of een gigantisch mooie fietsweek. Help me!