
Schaatsen?
- Geplaatst door Tom Stobbe
- Op 17 februari 2022
Mijn fiets”carriere” begon op schaatsen. Ik had nooit een hekel om naar school of werk te fietsen hoor, maar dat fanatieke bewegen begon pas in de ijswinters van de jaren ’80. Na heel veel jaren ging het vriezen, ik had nog ergens een paar schaatsen liggen dus belde ik mijn broer: morgen schaatsen? Hij ging de Noordhollandtocht van 200km schaatsen zei die.
Die tocht bestond uit een aantal lussen door de provincie die een paar keer langs De Rijp gingen, dus veel kon er niet misgaan. Een dag later had ik meteen kennisgemaakt met de broertjes Smit, die ook meegingen. Nou ja, lang verhaal kort: 12 uur ploeteren in sneeuw en tegenwind maar net voor het donker thuis. Iedereen vond het fantastisch. Zelf was ik maandenlang helemaal gesloopt.
Een jaar later was ik net hersteld, begon het weer te vriezen en verdomd, wéér zo’n tocht. Iets in me dreef me weer het ijs op en wederom deed ik die 200 kilometer zonder enige training. Dit keer kwam ik frisser en twee uur eerder aan de finish en vroeg me af: Hoe moest dat zijn met schaatstraining? Dus ik ging op schaatstraining. Was ik er net mee gestopt in 1996, ging het wéér vriezen en dus toch nog maar zo’n tocht doen.
Maar ja: dat rondjes rijden op de ijsbaan is natuurlijk stomvervelend. En dat natuurijsschaatsen kwam er verder niet zo van. Intussen ging ik ter compensatie steeds meer fietsen want dat urenlang uitsloven lag me wel. En: Waar klimaatverandering funest is voor natuurijsschaatsen, is het voor het fietsen van de Vlaamse voorjaarsklassiekers wel prettig dat de temperaturen stijgen.
Ik voorzie dat dat schaatsen niet alleen bij mij, maar zeer binnenkort voor iedereen verleden tijd zal zijn. De hordes Nederlandse kinderen die met houtjes op natuurijs zijn gestart zijn inmiddels stramme bejaarden. Landen moeten steeds meer CO2 uitstoten om die rare hobby van een paar Nederlanders of buitenlandse zwervers met Nederlandse voorouders of coaches in stand te houden.
En zeg nou zelf, zo’n Sven Kramer en Ireen Wüst lijken me toch redelijk intelligente mensen met behoorlijke mogelijkheden. Die kunnen alles worden wat ze willen. Wat deed je vroeger toen je klein was, opa Sven? “eh, opa heeft wel 200.000 dezelfde rondjes heel hard gereden toen hij jong was!”
Ja: boeie…
De doodsklap voor de sport is die nieuwe Zweed. Hé, da’s leuk, dacht ie, dat ga ik ook proberen. Om vervolgens in een jaar tijd met alle vingers in zijn neusgat een paar wereldrecords aan flarden te rijden. Dat je dus decennia lang met al je sponsors en medische begeleiding denkt te kunnen schaatsen, maar dat je dat tot in lengte van jaren in de verstikkende schaduw van de tijden van zo’n flierefluiter zult moeten doen.
Nee hoor, ik zie die schaatstoppers van nu binnenkort wel lekker op de fiets terug.
Koos Woestenburg