Therapeutisch fietsen
- Geplaatst door Tom Stobbe
- Op 2 april 2007
Mijn jaarlijkse afvalrace werd in januari wreed afgebroken door een hernia. Van mijn gewichtscurve zou menig diëtist gruwelen. In de zomer ben ik scherp en net boven de 70 kilo, en in december een dikke 10 kilo zwaarder. Elk jaar weer. In de pakweg 25 jaar dat ik fiets ben ik in totaal dus zo’n 250 kilo afgevallen en dat doen weinig mensen mij na. Je kunt mij gerust een dieet-deskundige noemen. Mijn motto: “je gewicht kies je zelf.”
Mijn gewicht kies ik niet met Montignac, of Sonja Bakker, maar met het Koos Woestenburg-dieet. Lekker gaan fietsen, en er vooral voor zorgen dat je tijdens dat fietsen voldoende eet. Een variatie van het punten-dieet, want menige slagroompunt, mokkapunt of appelpunt met slagroom wordt tijdens dat dieet verorberd. Dagelijks aangevuld met acht boterhammen met volvette beemsterkaas, een vette hap in de bedrijfskantine en bij het avondeten twee volle borden warme prak. Desnoods ’s avonds bij de tv nog een zak zoutjes en toch: wekelijks een kilo kwijt. Mits je natuurlijk elke week een kilometer of 400/500 wegtrapt.
Maar goed, dat ging dit jaar dus niet door vanwege die rugklachten. In plaats van op het zadel zat ik 6 weken lang voornamelijk stil in een stoel. Mijn voorheen goddelijke lijf reageerde alert en dacht: “er komen vast weer slechte tijden aan, dus we gaan maar even door met reserves opslaan in de vorm van vet.”
Nou blijkt fietsen niet alleen goed om af te vallen, maar ook als therapie. Twee dagen nadat ik in de problemen raakte, leende ik een hometrainer. Tranen van geluk stonden in mijn ogen toen ik daarop vijf minuutjes op het lichtste standje kon zitten fietsen. En de volgende dag een minuutje extra, enzovoorts. Al peddelend op dat ding (en eerlijk gezegd ook nog wat therapie van Walter Butter) was ik gisteren alweer in staat om de openingsrit mee te doen. Die kwam precies op tijd.
Vandaag, de maandag na de openingsrit, kreeg het therapeutisch fietsen nog een extra dimensie. Je moet namelijk weten dat ik ook therapeutisch werk. Dat betekent dat ik om drie uur naar huis mag. Het is mij absoluut verboden om langer te werken. Vandaar dat ik om drie over drie al op de fiets zat en lekker tegen wind en in het zonnetje doorreed tot ik wat vermoeidheid in mijn rug voelde en voor de wind terugpeddelde. Tachtig kilometer later kwam ik thuis, in de volle overtuiging dat ik over acht weken en acht kilo weer helemaal de oude ben.